SENEGAL

 In december 2016 vliegen we met TUIfly naar Senegals hoofdstad Dakar voor een eerste bezoek aan West- Afrika. Het westelijkste puntje van Afrika wordt gevormd door een schiereiland dat een flinke kilometer de Atlantische Oceaan insteekt en waarop de hoofdstad ligt.

Senegal wordt ook wel het 'land van Teranga' genoemd. Een typisch Senegalese term die staat voor gastvrijheid, vriendelijkheid en tolerantie. Tel daarbij op het kleurrijke Afrikaanse leven, de natuurparken en de monumenten op de werelderfgoedlijst van Unesco.

Samen met een mooie blauwe lucht, lekkere temperatuur en gegarandeerde zonnestralen in de winter zou dit een perfecte mix van ingrediënten voor een geslaagde vakantie moeten zijn.

We hebben een strandhotel geboekt aan de Atlantische Oceaan als uitgangspunt voor onze ontdekkingstocht door stad en land.

 

SOMONE

 

 

In de namiddag vertrekken we vanaf Schiphol om bijna 7 uur later te landen op de internationale luchthaven van Dakar, Léopold Sédar Senghor airport.

Nadat de klok een uur is teruggezet is het ruim 21:30 uur plaatselijke tijd als we de luchthaven verlaten om de bus te zoeken die ons naar het strandhotel in Somone gaat brengen. Eerst maken we nog even kennis met het hectische  stadsverkeer van Dakar, met doorelkaar heen krioelende auto's en brommers. Als het busje ook maar even snelheid mindert komen venters van alle leeftijden aangesneld om hun koopwaar te slijten, zakjes pinda's, cashewnoten, bananen, zonnebrillen en een ruitenwisser.

Maar al snel bereiken we de tolweg die sinds kort geopend is en vanwege de hoge prijzen uitzonderlijk rustig, zodat we in een goede anderhalf uur relatief snel de plaats van bestemming bereiken.

Zoals de meeste hotels hier is het complexje in Afrikaanse stijl gebouwd, met in de tuin een zwembad en restaurant direct aan het strand. Als we daar aankomen is het inmiddels middernacht en na een rommelige incheckprocedure gaan we al gauw onze kamer met airco opzoeken.

De volgende ochtend als de zon al goed z'n best doet, is het tijd om de kuststrook waaraan het hotel gelegen is wat nader te verkennen. Even verderop aan de hoofdstraat is tussen de souvenierkraampjes een kleine lokale markt waar vlees, vis en groente verkocht worden voor en door de dorpsbewoners.

Aan het strand van Somone liggen enkele hotels, maar het toerisme is momenteel nog redelijk kleinschalig en gelukkig houden ze het bij laagbouw en respect voor de natuur. Het vissersdorp was eigenlijk een deelgemeente van Saly, dat nu een grotere toeristenenclave is, zo'n 10km verderop. Oorspronkelijk was Somone een authentieke vissersplaats, maar gezegend met een merkwaardig ornithologisch natuurreservaat en een der mooiste stranden van de regio schieten tegenwoordig de particuliere residenties, vakantiewoningen en restaurantjes ook hier als paddestoelen uit de grond.

De meer dan 100km lange kust hier ten zuiden van Dakar wordt Petite Cote genoemd en langs de lange zandstranden ligt een reeks vissersdorpen waarvan een deel door investeringen is uitgegroeid tot toeristenoord. Het wordt hier ook wel het 'Zandvoort van Senegal' genoemd, met duikcentra, golfbanen en natuurlijk veel restaurants, een aantal grote en een vele kleinere hotels die het grotendeels van Franse chartertoeristen en rijke Senegalezen moeten hebben.

Someone ligt bij de monding van het gelijknamige riviertje, die bestaat uit een lagune met mangrovekreken en is tot natuurreservaat uitgeroepen. Er worden excursies georganiseerd in het Reserve de la Somone om pelikanen en andere vogels te bekijken. Aan de overkant van de lagune zijn enkele restaurantjes die hun bootjes laten varen om de toeristen op te pikken.

 

 

De volgende dag charteren we een taxi om een kijkje te gaan nemen in de wijdere omgeving. Naar het zuiden gaat Somone geruisloos over in buurdorp Ngaparou, wat eveneens wat toeristenhotels en restaurants te bieden heeft.

Verderop begint Saly Portudal, de modernste en grootste toeristenenclave in West Afrika. Een paar decennia geleden wees de Senegalese overheid de locatie aan als speciale investeringszone met langs het strand de domaine touristique. Het beste restaurant van Senegal is hier te vinden, in de weekends komen hooggeplaatsten uit Dakar en omgeving voor deze eetgelegenheid naar Saly.

Enkele kilometers verderop ligt Reserve de Bandia, een uitgestrekt natuurgebied met duizenden baobabs. Er zijn bij de resten van een oude nederzetting verschillende archeologische begrafenisheuvels te vinden. Bij de heuvels staat een holle baobab die in vroeger tijden als graf gebruikt werd.

In het foret is een soort van uitvergroot Burgers dierenpark waar wilde dieren zijn uitgezet. Er lopen onder meer giraffes, herten, zwijnen, apen, buffels, struisvogels en een paar neushoorns rond.

 Voorbij de toeristenzone van Saly loopt de bebouwing door richting Mbour, een grote stad met meer dan 230.000 inwoners en een van de belangrijkste vissershavens van Senegal.

Dat is te ruiken ook, in het havenkwartier wordt namelijk voortdurend vis gedroogd en gerookt. Vandaag is het redelijk rustig in de haven, vanwege een feestdag in verband met de verjaardag van profeet Mohammed blijven veel vissers met hun bootje aan wal.

Wij rijden nog een stukje door richting zuiden naar Joal Fadiouth.  

 

FADIOUTH

Vrijwel aan het einde van de Petit Cote ligt de tweelingplaats Joal-Fadiout. De twee plaatsen worden gescheiden door een waterstroom met een lange houten loopbrug erover. Om de brug over te mogen naar Fadiouth, moeten we eerst een toegangskaartje kopen. Natuurlijk worden we weer aangesproken door vissers die ons rond willen varen over de lagune en andere bewoners van het dorp die hun diensten en spullen aan willen prijzen.

Het gelijknamige eiland is in de loop der eeuwen laag na laag uit lege schelpen ontstaan. De baobabs en mangrovebomen staan ook huizen die uit schelpen zijn opgetrokken. Op Fadiout is een grote christelijke gemeenschap in het verder overwegend islamitische Senegal.

In het oog springen de kerk en de moskee, die laten zien dat twee religies hier zonder problemen naast elkaar kunnen bestaan. Op een tweede schelpeneiland in de lagune, bereikbaar met een volgende brug, is een grote vissersbegraafplaats onder de baobabs met een katholiek en islamitisch gedeelte.

Verderop is nog een eilandje met eigenaardige graanschuren op stelten.

 

JOAL

Joal staat bekend om de uit de kluiten gewassen vissershaven.

Een kilometer of tien verderop naar het zuiden in de richting van Samba Dia, staat bij het plaatsje Fadial de dikste baobab van Senegal. De boom van honderden jaren oud staat vanuit Joal rechts van de weg. De stam heeft een omtrek van ongeveer 23 meter. Via een gat kun je erin klimmen om de boom van de binnenkant te bekijken; soms hangen er vleermuizen in de holte.

Om de boom heen heeft een handvol souvenirverkopers hun handelswaar uitgestald voor wie ter plekke de behoefte krijgt om iets te kopen.

 

 

LAC ROSE

Bij het plaatsje Niaga, zo'n 40km ten noorden van Dakar, ligt Lac Retba in het duinengebied achter de kust. Lac Retba wordt ook wel Lac Rose genoemd, want het zoutmeer heeft door de aanwezigheid van zoutminnende micro-organismen een bruinroze tot roze kleur. Vooral bij een bepaalde lichtinval kan het wateroppervlak een roze tint krijgen. Het zoutgehalte van Lac Rose is na dat van de Dode Zee het hoogste ter wereld. Als sinds mensenheugenis winnen dorpelingen uit de omgeving daarom zout uit het meer. Dat gebeurt op traditionele wijze. Nadat ze hun lichaam met galamboter ingewreven hebben, gaan de arbeiders tot hun middel het water in met een zeef rond de hals. Met kleine platbodems waadt men het ondiepe meer in, om met pikhouwelen de korst op de bodem van het meer open te breken. Het meer is gemiddeld namelijk 1meter diep, waarbij het water zich boven een 2 meter dikke zoutlaag bevindt. Is de boot vol, dan punteren de zoutscheppers terug en deponeren ze het zout op de oever. Hier laden vrouwen de boten uit en gooien met emmers het zout op grote stapels. Het werk is vermoeiend en zwaar; bovendien kan het hoge zoutgehalte van het water voor gemene wonden op de huid zorgen. Na een werkdag, die maximaal zes uur mag duren, moeten de zoutscheppers daarom twee dagen rust houden. Na twee maanden moet verder een lange pauze genomen worden om het lichaam te laten herstellen.

Iedere familie heeft op de oever hun eigen zouthopen, te herkennen aan de familie-initialen erbovenop, waarmee ze een handjevol CFA's per dag verdienen. Het zout wordt in zakken verpakt en verkocht voor ongeveer 20 tot 40 euro per ton.

Lac Retba is ook bekend als het voormalige eindpunt van de befaamde Parijs-Dakar rally die sinds jaren is verplaatst naar Zuid Amerika. De dorpsbewoners in de omgeving waren overigens niet zo blij met de brullende en stoffige rallykaravaan. het kwam regelmatig voor dat er mensen aangereden werden en niet zelden werden auto's van rallybezoekers met stenen bekogeld.

 

GOREE

Ile de Goree, of kortweg Goree, het kleine eiland in de beschutte baai achter Cap Vert, speelde een van de hoofdrollen in de koloniale periode en is tegenwoordig een toeristische trekpleister voor nogal wat dagjesmensen.

Het rustieke eiland was in de koloniale tijd een van de voornaamste Franse steunpunten en tevens de plek waarvandaan een deel van de slavenschepen de oversteek naar het Amerikaanse continent maakte.

In de loop van de tijd bouwden de verschillende bezitters op het hele eiland fortificaties, pakhuizen, slavengevangenissen, woonhuizen en andere gebouwen. Omdat veel van deze bouwwerken bewaard zijn gebleven is Gorée een van de interessantste historische plekken in West Afrika. Het eiland is een soort van openluchtmuseum geworden waar te zien is hoe de koloniale grootmachten bouwden en leefden. Het eiland staat symbool voor een van de zwartste periodes uit het Europese koloniale tijdperk, de tijd van de slavenhandel.

Maar zelfs als je niet in geschiedenis geïnteresseerd zou zijn, is Ile de Gorée de moeite van een bezoekje waard. Het aardige boottochtje vanuit Dakar is relaxt en op het eiland is het heerlijk wandelen tussen de terracotta, zachtgeel, oranjebruin en lichtblauw gekleurde koloniale huizen met rode pannendaken en door de verkeersvrije, schilderachtige steegjes, waar bijna een mediterrane ambiance heerst. Je kunt hier helemaal op adem komen van de drukte van de hoofdstad.

 

In 1978 werd Gorée op de werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst. Hoewel Gorée slechts een beperkte rol in de slavenhandel had, zeker vergeleken met andere plaatsen in West Afrika, die echter minder de tand des tijds doorstonden, staat het eiland symbool voor die handel.

Volgens historici werden er vanaf Ile de Goréé hooguit een paar honderd slaven per jaar afgevoerd. Grotere aantallen zouden logistiek en door het gebrek aan voldoende drinkwater nooit te verwerken zijn geweest. Maar hoe het ook zij, als symbool spreken huis plus doorgang tot de verbeelding.

Vandaag is het eiland erg in trek bij de jetset van Dakar, die er peperdure vakantiewoningen koopt. Het eilandje beschikt zelfs over een landingsbaan voor helikopters.

 

DAKAR

Na een goed half uur varen komen we weer terug in de haven van Dakar en voordat we weer richting de Petit Cote rijden nemen we nog kort een kijkje in de hoofdstad.

Het westelijkste puntje van Afrika wordt gevormd door het schiereiland Cap Vert, dat zo'n 15km de Atlantische Oceaan in steekt. Vanaf dit schiereiland dijt Sengegals hoofdstad Dakar gestaag uit. Er wonen naar schatting bijna 3 miljoen mensen in de agglomeratie Dakar en dat aantal groeit. De dynamische Afrikaanse metropool trekt namelijk uit geheel Senegal en ook uit landen uit de regio en nog verder weg talloze migraten, op zoek naar werk en meer welvaart. Die ligt echter in West Afrika niet voor het opscheppen, zodat rond het centrale deel van Dakar tal van bidonvilles, sloppenwijken liggen.

In het centrale deel van de stad is een bonte mengelmoes van grote gebouwen, chaotische markten dure villa's, armoedige huisjes, brede boulevards met koloniale grandeur, groezelige achterafsteegjes, drukke wegen met hectisch verkeer etcetera.

De straten en pleinen worden beolkt door kleine handelaars, welvarende politici en ambtenaren, bedelaars, Franse expatriates, hoeren, gauwdieven en andere gelukszoekers.

Voor het Afrikaanse stadsleven is een bezoekje aan de hoofdstad van Senegal een must, maar echte bezienswaardigheden kent de stad niet.

Het Europees aandoende hart van het moderne Dakar is Place de Independance, op korte loopafstand van de haven. Dit deel van de stad staat bekend om zakkenrollers, tasjesrovers en bendes jeugdige straatdieven die toeristen als hun belangrijkste doelgroep hebben. We willen het hier dan ook houden bij een korte stadswandeling.

Rond het grote, rechthoekige plein domineren de moderne kantoorkolossen, die laten zien dat West Afrika niet alleen armoede kent, ook al verkeren sommige gebouwen in deplorabele staat.

Behalve de lelijke moderne kantoorgebouwen staan rond het stadsplein nog enkele koloniale gebouwen, zoals het Ministere des Affaires Etrangeres (ministerie van buitenlandse zaken) en de Chambre de Commerce (kamer van koophandel).

Aan de zuidkant, richting Le Plateau komen we bij het presidentiëel paleis, herkenbaar aan de paleiswachters voor de poort in hun specifieke rode kostuum. De wijk rond het paleis herbergt tegenwoordig tal van ambassades en overheidsgebouwen. Van de fraaie tuinen is door de hoge muren niets te zien en de beveiligers met hun grote geweren roepen al vanuit de verte dat er niet gefotografeerd mag worden.

 

 

TIVAOUANE

Nadat we met onze chauffeur en nieuwe vriend Pape Sangone Dieng een bezoekje hebben gebracht aan Lac Rose en Dakar, worden we uitgenodigd in zijn dorp. Dat ligt een kleine 10 km over een stoffige zandweg van de plaats Tivaouane, waar we eerst een kijkje gaan nemen.

Na Thies gaat een prima autoweg, de N2 noordwaarts richting St Louis. Iets meer dan 20km voorbij Thies ligt Tivaouane, de hoofdstad voor de islamitische Tidjiane broederschap, die na de Mouriden de meeste aanhangers in het land heeft. Eergisteren was de geboortedag van de profeet Mohammed, toen vonden omvangrijke pelgrimsstromen hun weg naar de grote moskee. Deze moskee is in Noord Afrikaanse cq Marokkaanse stijl gebouwd. De stijl is eenvoudig te herkennen aan de vierkante, met glazuurtegeltjes afgezette minaretten en de typische rondbogen boven poorten en andere openingen.

Tivaouane is ook een drukke marktplaats waar de inwoners van de omliggende dorpjes in grote getalen met paard en wagen taxi hun inkopen komen doen.

 

KEUR NDIBA MBAYE

 

In het dorp van onze chauffeur worden we gastvrij ontvangen door de hele familie en ook de buren komen uitlopen om een glimp van de toubabs op te vangen.

We brengen een bezoekje aan het dorpsschooltje en krijgen een rondleiding over de pindavelden van de familie waar de pindaoogst in volle gang is.